Het orgel van 1799

Reeds voor 1799 moet de parochiekerk van Roggel een orgel hebben bezeten. In dat jaar werd in een bestaande orgelkas het hoofdwerk (Grand Orgue) van het orgel uit het klooster St. Elisabethsdal in Nunhem geplaatst.

Het rugpositief (Positif) kwam terecht in de parochiekerk van Heythuysen. Dit alles ten gevolge van de opheffing van de kloosters na de inval van de Franse troepen in onze contreien. Evenals in Frankrijk werd de inventaris geveild en verspreid. Daarbij kwam het nodige kerkmeubilair terecht in de naburige parochiekerken.

Het orgel van St. Elisabethsdal was, blijkens een inscriptie, in 1742 gebouwd en is destijds door Mr. A. Bouman toegeschreven aan de in Luik gevestigde orgelbouw familie Le Picard. Deze was ondermeer de maker van de orgels in de kathedraal te Roermond (1750) en de St. Michaelskerk te Thorn (c.a. 1740), die beide helaas niet meer kunnen getuigen van zijn grote vakmanschap.

Op een foto van vóór 1939 is te zien dat het orgel toen tegen de noordwand van de torenruimte stond, dus met de rechterzijwand naar de kerk. Het is niet zeker of dat altijd het geval is geweest. Misschien is het wel daar neergezet om meer plaatsruimte te bieden aan het zangkoor, zoals dat ook in andere kerken geschiedde en had het oorspronkelijk voor de torenboog gestaan met het front naar de kerk.

Orgel van 1799

Orgel van 1799

Helaas was door de opstelling in de toren dit fraaie front vanuit de kerk niet te zien. Roggelse mensen die dit orgel nog gekend hebben, kunnen nog getuigen van de schoonheid van de kas en de fraaie klank.

Over reparaties en mogelijke wijzigingen aan dit orgel, zowel in de periode van bijna 60 jaar dat het in St. Elisabethsdal stond, als gedurende de 140 jaar in Roggel, weten we helaas heel weinig. Het handschrift Broekhuyzen, dat dateert uit het midden van de 19e eeuw, weet niet meer te melden dan dat het van oude datum is, de maker onbekend en dat het 14 stemmen heeft, een handklavier, aangehangen pedaal en twee blaasbalgen. Het instrument had weliswaar 14 registertrekkers doch slechts 11 stemmen. Bekend is verder dat het instrument in 1870 geheel uit elkaar genomen en schoongemaakt werd. De eiken kas werd ontdaan van verf en daarna opnieuw gevernist en verguld. Het instrumentale gedeelte werd, volgens de notulen van het kerkbestuur, “uitgebreid met een Viola di Gamba“. Het is echter aannemelijker, dat dit register in de plaats kwam van een bestaande stem, waarschijnlijk de Tierce 1 3/5′. Op deze vervanging zal hieronder nader worden ingegaan. Mogelijk werden deze werkzaamheden uitgevoerd door het in Roermond gevestigde bedrijf van de gebr. Franssen.

Volgens Mr. Bouman zou in 1912 nog een schoonmaakbeurt hebben plaatsgevonden door de in Weert gevestigde orgelbouwers gebr. Vermeulen. Bij deze gelegenheid zal wel de Salicionaal geplaatst zijn, vermoedelijk i.p.v. de Nasard.

Reacties uitgeschakeld voor Het orgel van 1799

Opgeslagen onder Geschiedenis

Reacties zijn gesloten.